Hoe vaak hebben we niet gehoord dat “het een dorp kost om een kind op te voeden”? Toch lijkt het erop dat sommige dorpen hun handen er vanaf trekken zodra het over onderwijs gaat. Terwijl ouders, scholen en beleidsmakers elkaar de schuld toeschuiven, zitten leraren vaak in het midden, gewapend met een whiteboardmarker en een flinke dosis geduld. Maar volgens een voormalige lerares is het tijd om eerlijk te zijn: zonder betrokken ouders blijft het onderwijs een ongelijke strijd. En nee, dat kun je niet oplossen met nóg een duur onderwijsprogramma of meer toetsen.
Een oproep vanuit ervaring
De lerares in kwestie, inmiddels gepensioneerd maar nog altijd gepassioneerd over onderwijs, besloot haar frustraties en inzichten te delen in een open brief. Deze brief ging viraal op sociale media en riep uiteenlopende reacties op. Sommigen noemden haar standpunten verfrissend en eerlijk, terwijl anderen haar kritiek op ouders moeilijk te verteren vonden.
In haar brief wijst ze op een belangrijke uitdaging: de balans tussen ouderlijke verantwoordelijkheid en de rol van het onderwijssysteem. Ze schrijft: “Ik verzet me tegen de algemene opvatting dat de leraren hoofdzakelijk het probleem zijn. In plaats daarvan beweer ik dat een significant deel van de verantwoordelijkheid bij de ouders ligt.” Volgens haar zijn het vaak niet de scholen of leraren die tekortschieten, maar ontbreekt het kinderen aan een goede basis vanuit huis.
Wat ontbreekt er thuis?
De gepensioneerde onderwijzeres stelt dat veel ouders hun rol onvoldoende serieus nemen. Ze noemt voorbeelden van kinderen die wel met de nieuwste sneakers op school verschijnen, maar zonder pen of schrift. Ook benadrukt ze het gebrek aan betrokkenheid: ouders die niet komen opdagen bij ouderavonden, zelden contact hebben met leraren en hun kinderen niet ondersteunen bij huiswerk.
Daarnaast wijst ze op sociale vaardigheden die volgens haar thuis zouden moeten worden aangeleerd. “Goed gedrag, respect voor anderen en fundamentele sociale vaardigheden – dit zijn dingen die niet in de klas beginnen, maar thuis,” schrijft ze. Het ontbreken van deze basis zorgt ervoor dat leraren hun aandacht moeten verdelen over onderwijs én gedragsproblemen, wat de kwaliteit van het lesgeven onder druk zet.
Waar ligt de grens voor leraren?
Een ander punt van kritiek uit haar brief is de hoeveelheid taken die leraren op zich moeten nemen, taken die eigenlijk bij ouders horen. Ze schrijft: “Leraren zouden zich niet bezig moeten houden met taken die eigenlijk de verantwoordelijkheid van de ouders zijn.” Ze pleit voor een duidelijke scheiding tussen de rollen van ouders en leraren, waarbij beide partijen hun deel van de verantwoordelijkheid dragen.
Het idee dat leraren alles moeten oplossen, van discipline tot sociale vaardigheden, frustreert haar zichtbaar. “Verbetering in het onderwijs wordt pas echt mogelijk wanneer ouders hun verantwoordelijkheden serieus nemen,” concludeert ze.
Reflectie op een gedeeld probleem
Haar brief heeft een brede discussie op gang gebracht over de rol van ouders in het onderwijs. Sommigen zien haar kritiek als een broodnodige wake-upcall, terwijl anderen vinden dat ze te hard oordeelt. Is het realistisch om van alle ouders te verwachten dat ze volledig betrokken zijn? En hoe kunnen scholen ouders beter ondersteunen in hun rol?
Wat duidelijk is, is dat het onderwijs niet losstaat van de thuissituatie. Leraren kunnen geen wonderen verrichten als kinderen thuis niet de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Maar het omgekeerde geldt ook: ouders hebben baat bij een onderwijssysteem dat hen helpt om hun kinderen te begeleiden.
Dit zijn de woorden van de lerares:
Wie draagt welke verantwoordelijkheid?
Het betoog van de lerares raakt aan een groter probleem: de verantwoordelijkheid voor het welzijn en de ontwikkeling van kinderen wordt vaak verdeeld over te veel schouders. Terwijl ouders, scholen en beleidsmakers blijven discussiëren over wie wat moet doen, staan kinderen en leraren in de praktijk vaak met lege handen. Misschien is het tijd dat we minder tijd besteden aan de vraag wie verantwoordelijk is en meer aan samenwerking.
En eerlijk, als we net zoveel energie steken in ouderbetrokkenheid als in de keuze tussen pizza of friet voor het schoolkamp, komen we al een heel eind. Want uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: kinderen die groeien, leren en floreren. Misschien moeten we daar gewoon samen een beetje harder voor werken.
Bron: Faqts